Op woensdag 11 juni waren bestuursleden van verschillende wijkverenigingen, vertegenwoordigers van de participatieraad en raadsleden van de verschillende fracties op uitnodiging van GroenLinks-raadslid Jeroen van Rossum bijeen in de Blauwe Tram. Ook wethouder Rozenberg wist tijd vrij te maken om aanwezig te zijn, ondanks de algemene ledenvergadering van zijn partij Gemeentebelangen. GroenLinks wilde de wijkverenigingen graag de mogelijkheid geven om gezamenlijk hun ei kwijt te kunnen.
Van Rossum: “Nu we een nieuwe gemeenteraad en een nieuw college hebben, wilde ik de belanghebbende partijen graag bij elkaar hebben. Het is belangrijk dat de wijkverenigingen uitsluitsel krijgen over hun voortbestaan. Veel wijkverenigingen zien een aantal problemen op zich afkomen, nu de subsidies voor wijkverenigingen in 2015 gaan stoppen. Zo zijn de huren die de wijkverenigingen betalen bijvoorbeeld hoger dan ze zouden willen.” Wethouder Rozenberg lichtte tijdens de bijeenkomst toe dat de herijking van de huren voor na de zomer op de agenda staat. Hiervoor is de afgelopen tijd al een taxateur bij verschillende verenigingen langs geweest.
De wijkverenigingen kregen tijdens de bijeenkomst de mogelijkheid kort hun rol in de samenleving te delen met de raadsleden en in het bijzonder met wethouder Rozenberg. Ook de knelpunten werden benoemd. Daarnaast was er ruimte voor discussie en vragen aan elkaar. Er werd onder andere gesproken over de toekomst van de verschillende wijkverenigingen, ook in het licht van de aankomende decentralisaties. “Wijkverenigingen worden soms onterecht als kostenpost gezien. Ik geloof erin dat de bingo, klaverjas en bridge onze gemeente meer oplevert dan men soms zou vermoeden. Mensen die eenzaam zijn, worden sneller ziek. De sociale cohesie en sociale controle die uitgaat van wijkverenigingen is van enorme waarde,” aldus initiatiefnemer Jeroen van Rossum.
Maria Munnik van wijkvereniging de Blauwe Tram is tevreden over de avond. “Ik vond het een zeer geslaagde bijeenkomst, mede doordat er goed geluisterd werd naar de wijkverenigingen, zowel door de raadsleden als door de participatieraad. Hierdoor ontstond het gevoel serieus genomen te worden en dat er nu eindelijk daadwerkelijk naar een oplossing toegewerkt kan gaan worden. Gezamenlijk het land onkruidvrij en vruchtbaar maken, waarna straks hopelijk een goede oogst volgt...”