We hebben allemaal anderen nodig, of we nou een beroep moeten doen op de WMO of zelf een huishoudelijke hulp kunnen inhuren. Daarom moet je niet financieel gestraft worden met een eigen bijdrage voor dagbesteding. En daarom moeten de voorzieningen gemakkelijk toegankelijk en vindbaar zijn voor iedereen. Zonder taalbarrières. Het voorstel van Groen-Links-PvdA om dit te regelen werd gelukkig aangenomen. 

GroenLinks-PvdA is ook blij met de volgende fase in de bouwplannen op het terrein van het Diakonessenhuis. Het lijkt een mooi project te worden, met groen, ondergronds parkeren en een mooi uiterlijk. Weer meer woonruimte voor de vele mensen die naar een woning op zoek zijn. En we zullen erop blijven letten dat de wethouder goed kijkt naar de verkeerssituatie en naar het groen.

In Leidschendam-Voorburg komt een huis voor mensen die voor de eerste keer een huis willen kopen een stapje dichterbij. Een starterslening moet dit mogelijk maken. Deze lening mag ook gebruikt worden om het huis te verduurzamen. Dat is een echte win-win!

 

Al vanaf het begin van deze raadsperiode strijdt de PvdA tegen de invoering van de eigen bijdrage voor de dagbesteding in de WMO. De PvdA diende daarom – samen met GroenLinks en de ChristenUnie – een motie in om deze maatregel uit te stellen tot er meer duidelijkheid is over landelijke kaders. Helaas is dit niet gelukt. Wel zegde het College toe om het WMO-beleid toegankelijker te gaan maken voor anderstaligen en laaggeletterden, dankzij een amendement dat we samen met GroenLinks en D66 indienden.

 Verder maakten we ons hard voor een inhoudelijke visie over hoe de gemeente omgaat met maatschappelijk vastgoed. Daar wordt al jarenlang naartoe gewerkt en het voorstel dat nu voorlag was vooral technisch van aard en bevatte op belangrijke punten te weinig zekerheid voor maatschappelijke organisaties en voor hun belangrijke taak in onze wijken. Om die reden hebben GroenLinks en PvdA tegen het voorstel gestemd. Na de verkiezingen van maart 2026 zal de gemeenteraad in nieuwe samenstelling een oordeel moeten vellen over de (opnieuw toegezegde) inhoudelijke keuzes die nog gemaakt moeten worden.