Deze nieuwe manier van thuis zijn, vraagt ook om een nieuwe manier van op straat zijn. Van der Gronde: ‘’De straat mag weer een plek zijn waar mensen graag zijn. Des te meer reden om na te denken over hoe we de ruimte voortaan zo inrichten, dat mensen rustig kunnen leven op straat. Dat gaat vragen om een andere manier van denken. Niet iedere straat hoeft gedomineerd te worden door auto’s. Niet ieder stukje vrije ruimte hoeft een parkeerplaats te worden. Misschien hoeft de gemeente ook niet alles te bedenken, maar kunnen mensen ook met elkaar beslissen wat ze graag zien wanneer ze de voordeur uitstappen.’’

In Utrecht is de gemeente daar al een paar jaar geleden mee begonnen. Inwoners kunnen daar een plan indienen bij de gemeente om, binnen bepaalde voorwaarden, een “leefstraat” in te richten. De straat kan dan tijdelijk autoluw of zelfs autovrij worden gemaakt. Inwoners richten de straat  opnieuw in, met bijvoorbeeld tuintjes, speeltuintjes, reuze schaakborden en picknicktafels. Het maakt dat je op een heel andere manier gaat kijken naar het fenomeen “straat”. Even is er een plek in de openbare ruimte die voelt als een gemeenschappelijke voortuin.

GroenLinks zou dit ook graag in onze gemeente zien en heeft daarom ook schriftelijke vragen gesteld aan het College hierover. Want de straat is niet meer een plek om haastig doorheen te gaan, verpakt in een auto of tram. De straat is een plek om te leven.