Op 3 november organiseerde GroenLinks het politiek café “Weg met afval!” in
het Veur theater. Lees hieronder het verslag.
OPENING
Het Politiek Café wordt voorgezeten door Geert van Rhee. Hij geeft het woord aan Marie-Christine van der Gronde, raadslid voor GroenLinks. Zij vertelt over haar reden om dit politiek café te organiseren: we gooien nog veel te veel restafval weg. De gemeenteraad had in 2016 besloten om in 2020 nog maar 100 kg restafval per inwoner per jaar te produceren. Dat lijkt wel heel moeilijk te worden, want in 2016 was dat 233 kg, en in 2017 222 kg. Zonde, want restafval wordt gewoon verbrand. Dat is slecht voor het milieu, en we moeten ervoor betalen. Dus laten we de uitdaging aannemen, zegt ze, en kijken wat we kunnen doen om toch die 100 kg restafval per inwoner per jaar te bereiken!
INLEIDING
Dan komt Aelse Ruiter aan het woord, expert afval en duurzaamheid. Hij vertelt dat de productie van afval exponentieel is gegroeid in de afgelopen decennia. Het verband blijkt heel duidelijk: hoe meer we als samenleving consumeren, hoe meer we weggooien. Dat is een groot probleem, want de grondstoffen die nodig zijn voor ons consumptiepatroon, raken op. Earth overshoot day, de dag in het jaar waarop we alle grondstoffen hebben opgebruikt die de aarde voor ons kan produceren, valt steeds eerder: dit jaar op 1 augustus. Sinds 1 augustus zijn we dus meer aan het consumeren dan de aarde kan opleveren.
Volgens Aelse moeten we dus slimmer gaan consumeren. Hij legt dat uit aan de hand van Refuse, Reduce, Reuse, Recycle.
Refuse: als een bepaalde consumptie teveel afval oplevert, kunnen we die consumptie ook weigeren. Zo kun je weigeren een zak chips te kopen, als die alleen te koop zijn in zakken die bij het restafval moeten. Je kunt misschien ook iets anders snacken, of zelf chips maken, of…
Reduce: als we het dan toch willen doen, kunnen we het misschien mínder doen. Door bijvoorbeeld iets minder afwasmiddel te gebruiken, hoeven we minder vaak een fles weg te gooien.
Reuse: we kunnen proberen meer producten te gebruiken die we vaker dan één keer kunnen gebruiken. Zoals een eigen waterfles, of wasbare wattenschijfjes.
Recycle: als we een product niet meer kunnen gebruiken, kunnen we vaak de grondstoffen wel hergebruiken. Afval scheiden helpt enorm om de grondstoffencyclus te sluiten.
Over afval scheiden: dat blijken we nog veel beter te kunnen doen. Als iedereen zijn of haar afval gescheiden aanbiedt bij het GFT, PMD, Papier en Textiel, dan kunnen we gemakkelijk onder die 100 kilogram restafval per inwoner per jaar uitkomen. Maar hoe zorgen we dat mensen gemakkelijker hun afval scheiden? En hoe gemakkelijk zijn de opdrachten Refuse, Reduce, Reuse, Recycle nu eigenlijk, in de praktijk? Daarover spreken we straks verder in het discussiepanel.
COLUMN: PLASTIC DIEET
Hanneke Dominicus spreekt een column uit over haar maand zonder plastic, het zogeheten “plastic dieet”. Ze laat enkele artikelen zien die zij gebruikte in plaats van de plastic zakjes en bakjes van de winkels. Bij het boodschappen doen kocht ze alleen maar producten zonder plastic verpakking. Aan het eind van de maand had ze veel minder PMD, maar ook minder restafval. Haar conclusie: leven zonder plastic kan wel, maar het kost meer moeite, want je moet veel beter nadenken over de planning van je maaltijden en boodschappen.
PANELDISCUSSIE
In het panel zitten Sara, Babette en Henk.
Sara heeft de uitdaging aangenomen om zo weinig mogelijk afval te produceren. Ze fietst speciaal naar de markt om haar eten verpakkingsvrij te kopen, ze scheidt al haar afval, en heeft nog maar heel soms een klein pedaalemmertje restafval over.
Babette is kritisch op wat ze consumeert, maar het lukt haar niet om al het afval te scheiden. De GFT-bak is ver weg, en in haar kleine keuken is weinig plek voor zoveel verschillende afvalbakken. Daarnaast hebben zij en haar vriend een kind, en allebei een drukke baan.
Henk is kampioen afvalscheiden. Hij kan in zijn keuken best plaats maken voor een heel assortiment aan afvalbakken, en in zijn tuin staat een rijtje containers. Hij vindt het een kleine moeite om zijn GFT-bak even te gaan legen in de ondergrondse container verderop in de straat.
Het drietal wordt gevraagd te spreken over de drieslag: Reduce, Reuse, Recycle.
Naar de opdracht “Refuse” wordt niet gevraagd, maar het passeert toch de revue: Babette oppert dat ze überhaupt niet zoveel spullen in haar huis wil hebben. Haar kind heeft ook geen bergen met speelgoed nodig. Ze vraagt zich hardop af hoe dat zal gaan met Sinterklaas: de oma’s en opa’s willen heel graag allemaal cadeautjes geven. Daar voelt ze zelf niets voor, maar ja, de grootouders worden er zo gelukkig van. Ze is er nog niet helemaal uit hoe ze dat zal aanpakken.
Sara vertelt dan nog dat ze als snack liever een glazen potje met nootjes meeneemt naar haar werk, dan een stel koekjes dat in plastic verpakt is. Zo bespaart ze ook weer op afval door een product te weigeren, en te vervangen met iets wat geen afval produceert.
“Reduce” maakt heel wat los bij het panel over plastic verpakkingsmaterialen die helemaal niet nodig lijken. Sara is heel goed in het vermijden van verpakkingen. Ze koopt zoveel mogelijk in bulk, en gebruikt haar eigen zakjes en bakjes om dingen in te vervoeren. Ze gebruikt geen vloeibare shampoo uit een fles, maar een stuk shampoo, dat heel lang meegaat. Maar zelfs voor haar is het soms lastig. Sommige producten zijn gewoon niet te krijgen zonder plastic. Dan moet ze steeds weer afwegen of het product het afval waard is. Over boodschappen doen op de markt vertelt ze dat het niet per se meer werk is. Het fietsen erheen ziet ze gewoon als sporten, en als het eenmaal in de routine zit, kost het helemaal niet meer tijd dan boodschappen doen in de supermarkt. Babette vertelt dat ze in ieder geval probeert grote verpakkingen te kopen, en dus niet al die kleine zakjes die weer in een zakje zitten, zoals extra veel voorkomt bij speciale “kinderproducten”. Henk let ook op dat hij de verpakkingen in ieder geval wel kan recyclen, maar soms is ook niet goed duidelijk of het dan in het PMD mag, of juist niet. Het zou heel fijn zijn als supermarkten en fabrikanten beter gaan helpen bij het verminderen en recyclen van plastic verpakkingen.
“Reuse” heeft voor iedereen een eigen betekenis. Henk vertelt dat hij het moeilijk vindt om dingen weg te gooien, omdat hij het zo zonde vindt. Zo heeft hij een heel mooi mengpaneel staan, waar hij jarenlang veel plezier van heeft gehad. Maar nu is het kapot. Hij wil het niet weggooien, maar repareren komt er ook niet van, dus nu staat het daar maar... uit de zaal komt een goeie tip over een winkel in de buurt die hem vast kan repareren.
Babette vertelt dat ze probeert zoveel mogelijk tweedehands te kopen. Ze zegt: “Alles wat we nodig hebben, bestaat al. En waarschijnlijk staat het bij iemand anders in de weg, en die wil er vanaf.” Dus ze koopt veel op marktplaats, bij de kringloop en uit de buurt. Andersom zorgt ze ook dat de spullen die niet meer nodig zijn een nieuwe eigenaar krijgen, door ze weg te geven of te verkopen.
Sara vertelt dat zoveel mogelijk tweedehands koopt. Daarnaast probeert ze zoveel mogelijk te vermijden dat ze dingen na één keer gebruiken al moet weggooien. Zo laat ze een zelf genaaide broodzak zien, en een beker die precies past in de meeste koffieautomaten.
“Recycle” geeft aanleiding om te spreken over de situatie in de keuken. Henk geeft aan dat hij een redelijk ruime keuken heeft, en een voortuin. Hij kan dus best plaats maken voor een paar verschillende bakken, en doet dat al jaren. Voor hem is afval scheiden gewoonte, en hij heeft nog maar heel weinig restafval. Hij schrikt soms van hoeveel PMD hij heeft. Babette vertelt dat ze PMD, papier, glas en textiel gescheiden wegbrengt. GFT is wel een stuk lastiger, want dat gaat stinken. In haar kleine keuken past eigenlijk geen extra bak. Op het balkon zou nog wel kunnen, maar daar is ook heel weinig ruimte, en in de zomer staat de zon er pal op. En ze vraagt zich af hoe ze dan omgaat met de graaiende kinderhandjes, die zo’n GFT-bak natuurlijk meteen weten te vinden. Bovendien is een GFT-bak ver te zoeken voor haar, en het is ook niet prettig om ver te moeten sjouwen met een zware zak of bak.
Sara heeft ook een kleine keuken, en ze heeft geprobeerd de ruimte slim te gebruiken door haar bakken boven elkaar aan de muur te hangen. Ze vindt eigenlijk ook dat het niet past, maar ze heeft haar leven al op allerlei manieren aangepast om zo weinig mogelijk afval te produceren, dus dit kan er ook wel bij.
Ten slotte heeft Sara nog een algemene opmerking over verpakkingen en recyclen: afvalreductie is natuurlijk niet een doel op zich. Voor haar gaat het vooral om het milieu. Daarbij is het soms belangrijker om kritisch te kijken naar de milieuimpact van het product zelf, dan naar de verpakking. Zo is het nog steeds beter voor het milieu om een stuk tofu te kopen dat verpakt zit in dubbel plastic, dan een biefstuk van de slager dat je meeneemt in je eigen plastic bakje.
DISCUSSIE MET DE ZAAL
Iemand vraagt zich af of het verstandig is om een elektrisch apparaat te lang te blijven gebruiken, als er modellen op de markt zijn die zuiniger zijn. Soms is weggooien misschien beter voor het milieu, zeker als je erop let dat de grondstoffen van het apparaat gerecycled worden.
Iemand ergert zich aan de laatste actie van Albert Heijn: plastic vormpjes om koekjes mee te bakken, in verpakkingen die niet kunnen worden gerecycled. Iemand anders merkt op dat de Albert Heijn ook een afweging moet maken tussen productveiligheid en duurzaamheid, en dat dit de meest veilige manier was om de vormpjes te maken en te verpakken.
Iemand vraagt of nascheiding geen betere optie is. Aelse antwoordt dat nascheiding een prima aanvullend middel kan zijn, maar dat bronscheiding nodig blijft. Dit omdat nascheiden relatief kostbaar is, en bovendien minder nauwkeurig dan bronscheiding.
Iemand vraagt zich af of het niet heel veel tijd kost om te leven zoals Sara. Sara vertelt dat ze niet meer tijd kwijt is aan boodschappen doen en koken dan andere mensen, omdat ze haar routine erop heeft aangepast. Het is wel lastig als die routine ineens verandert. Zo is haar vaste groenteboer laatst gesloten, en nu moet ze zoeken naar een nieuwe plek om bijvoorbeeld onverpakte spinazie te kopen. Dat kost dan wel echt wat meer moeite.
Sara vertelt verder dat haar geheim is dat ze niet in één keer haar leven heeft veranderd, maar dat ze gewoon steeds een klein dingetje heeft aangepast. Een grote omslag maken in één keer, kost veel energie en tijd. Maar steeds iets kleins aanpassen is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk, en na een tijdje merk je dan toch dat je, alles bij elkaar, heel veel afval bespaart.
PRIJSVRAAG
GroenLinks loofde prijzen uit voor de beste inzendingen op de vraag ‘Hoe zorg jij voor minder restafval?’ Er waren veel inzendingen. Eervolle vermeldingen gingen naar:
* Vicky van der Krogt, voor haar idee om samen met inwoners en organisaties een aanvulling op de kunstroute te organiseren voor kunst gemaakt van afval.
* Annika Huizinga, voor haar idee om wasbare luiers te gebruiken. Eén baby veroorzaakt gemiddeld 260 kilogram restafval per jaar, met luiers alleen!
* Jacco van Maldegem, voor zijn idee om de plastic hondepoepzakjes die de gemeente nu uitdeelt aan hondeneigenaren te vervangen voor hondepoepzakjes van gerecycled plastic.
PRIJSWINNAARS
Kirsten van Loon won in de categorie ‘goede gewoonte’. Ze noemde een hele waslijst van kleine goede gewoontes zoals: wasbare wattenschijfjes gebruiken, een whiteboard notitieboekje, en bijenwasdoek in plaats van plastic of aluminium folie.
Christine Pet-Sepers won in de categorie ‘kleine lifehack’, omdat zij zich verzet tegen de verpakkingen in de supermarkt. Als ze kan kiezen, koopt ze het product met de verpakking die het best te recyclen is. Ze laat zien dat we niet honderd procent verpakkingsloos hoeven te winkelen, om toch een verschil te maken.
Gijs Dupont (CDA-gemeenteraadslid) won de prijs ‘briljant idee’ met het idee om een wormenbak te gebruiken voor het GFT. Die bak bestaat uit verschillende laagjes wormen, die ongekookte resten van groente en fruit eten en er compost van maken.